Tim constateert dat er over de laatste jaren de ontwikkeling heeft plaatsgevonden dat kinderen steeds voorzichtiger worden behandeld door hun ouders. ‘Het is niet erg om een keer uit je broek te scheuren als je in een boom klimt, dat hoort er allemaal bij. Zelf ben ik vroeger ook wel eens uit een boom gevallen en heb ik tijdens het bouwen van een hut per ongeluk een wespennest geraakt.’ Hierdoor weten kinderen vaak niet eens meer hoe ze buiten moeten spelen. Hij probeert kinderen er mee op uit te nemen en de simpelste basisdingen mee te geven zoals slootjespringen, boomklimmen en verstoppertje spelen.
Kinderen hebben niet veel nodig volgens Tim. ‘Een bosstrookje, struiken en een boom is al voldoende voor een kind, hierin valt voldoende te ontdekken. Helaas zie je dat er in de steden nog steeds niet voldoende speelbaar groen terug te zien is.’ Dat baart Tim zorgen, want hoe ontstaat er anders de interesse in de natuur bij de kinderen?
Bezig zijn in de natuur is voor hem ontspanning en hier vindt hij zijn rust. Zijn favoriete plekjes deelt hij daarom graag met anderen. ‘Af en toe voelt het wel dubbel aangezien ik het liefst de rustige plekjes voor mezelf zou willen houden, maar dit zijn vaak ook de plekjes die ik tegelijkertijd wil delen met iedereen.’
Er wordt vaak over gesproken dat mensen meer buiten moeten zijn, maar zelf herkent hij ook wel dat hij hier soms meer uit kan halen. ‘Ik verdrink soms ook wel in mijn telefoon, dat is zonde want een halfuurtje buiten met mijn kinderen kost geen moeite en levert meer energie op.’ Dit is ook direct zijn advies voor andere ouders en kinderen.
‘Voor een kind is het gewoon heel gaaf om de wereld op een andere manier te ontdekken. Laat ze eens in een boom klimmen, want alleen zo zullen ze de wereld letterlijk vanuit een ander perspectief bekijken.’