Wat heb je nodig?
Organiseer je deze spellen tijdens een groter buitenevenement, zoals de Buitenspeeldag? Denk dan aan extra materialen en waterpunten!
Waterpistolen
Sponzen
Waterballonnen
Pingpongballen
Bekers
Emmers
Stoepkrijt
Zwemvliezen
Duikbrillen
Teams en Spelduur
Leeftijd: 6 tot 16 jaar
Aantal teams: 5 teams van 2 tot 5 spelers
Duur: Ongeveer 120 minuten
Elk team probeert zoveel mogelijk water te verzamelen in een teamemmer door verschillende spellen te spelen. Het team met de meeste water in de emmer aan het einde is de winnaar.
De spellen:
1. Waterschieten
Gebruik een waterpistool om vanaf 4 meter een pingpongballetje van een fles te schieten. Voor elk geraakt balletje verdient het team een bekertje water in de emmer.
2. Sponsloop
Een estafette waarbij spelers met een natte spons een hindernisparcours afleggen en de spons uitwringen in de teamemmer.
3. Waterdarts
Gooi waterballonnen naar een met stoepkrijt getekend dartbord op de grond. Afhankelijk van waar de ballon landt, verdient het team punten die worden omgezet in bekertjes water voor de emmer.
4. Waterpong
Op een pingpongtafel staan bekers in een driehoek. Spelers proberen met een stuiter een pingpongballetje in de bekers te krijgen. Elke rake bal levert een bekertje water op voor de teamemmer.
5. Waterflipperen
Met zwemvliezen en een duikbril op proberen spelers een kommetje water naar de teamemmer te brengen zonder te morsen.
6. Watervangen (Eindspel)
Teams proberen waterballonnen over te gooien en in hun teamemmer te laten landen. Het team met de meeste intacte ballonnen in de emmer wint extra water.
đ Winnaars en Beloningen
Het team met de meeste water in de emmer aan het einde van alle spellen wordt uitgeroepen tot winnaar van de Olympische Waterspelen. Overweeg kleine prijzen of certificaten om de overwinning te vieren!
đ Locatie
Organiseer de Olympische Waterspelen in een speeltuin, op een grasveld of in een andere veilige buitenruimte met voldoende ruimte voor de spellen.
âŋ Toegankelijkheid
Pas de spellen aan op basis van de mogelijkheden van de deelnemers. Gebruik bijvoorbeeld grotere bekers, kortere afstanden of alternatieve materialen om iedereen te laten meedoen.